De gerestaureerde kapel werd getransformeerd tot recreatiefollie. Om dat mogelijk te maken is het op de nieuwe locatie geplaatst, bovenop een nieuw te realiseren onderbouw die deels verzonken ligt in het glooiende heidelandschap. Vanaf het toegangspad is deze nieuwe toevoeging onzichtbaar en staat het rijksmonumentje letterlijk op een voetstuk. Dankzij de verdiepte ligging van het souterrain worden de beplanting van het talud en de omgevende bomen gereflecteerd in de spiegelende gevel. Hierdoor lijkt de nieuwe toevoeging weg te vallen in zijn omgeving, geheel volgens het camouflage-thema van de follies.

De begane grond bestaat uit het gerestaureerde kapelletje dat dienst doet als de voornaamste verblijfsruimte. De enige ingrepen aan het monument zijn het isoleren van de schil en het realiseren van een minimaal gedimensioneerd trappengat waarmee de kelderverdieping wordt ontsloten. De zaagsneden hiervan zijn nauwkeurig uitgelijnd met het voegwerk van de bestaande tegelvloer. Op het voormalige priesterkoor is de keuken gerealiseerd. Die bestaat uit los geplaatste en verwijderbare meubels, waarbij een klein kookeiland als ‘altaar’ in de ruimte staat.